Vandaag 10 november is het de dag van de mantelzorg. Fijn dat er aandacht is voor de ‘stille’ werkers in de zorg, mensen die altijd klaar staan voor anderen. Vrijwillig of omdat het niet anders kan. Ook veel Alphatrots hulpen zijn, naast hun professionele taak, heel vaak nog als mantelzorger actief. Mooi dus dat daar aandacht aan geschonken wordt. Tegelijkertijd voelt het ook een beetje als het applaus voor de zorgmedewerkers tijdens de corona-crisis. Een sympathiek maar leeg gebaar. Want de zorg voor anderen wordt voor steeds meer mensen een last die moeilijk te dragen is.
De druk op mantelzorgers neemt al jaren steeds meer toe.
Naar aanleiding van de coronacrisis heeft het CNV de positie van mantelzorgers onderzocht. De conclusie is onthutsend. Eén op de drie mantelzorgers zit tegen een burn-out aan. En dat komt, hoewel het een extra druppel in de emmer is, niet alleen door de corona-crisis. De druk op mantelzorgers neemt al jaren steeds meer toe. We kennen allemaal de oorzaken. Mensen moeten langer thuis wonen, er zijn steeds meer ouderen, de huishoudelijke hulp wordt steeds meer ingeperkt. En dan is het kabinet ook nog eens plannen aan het verkennen om de huishoudelijke hulp maar helemaal af te schaffen.
Zelfs als we alleen naar de financiële kant van het verhaal zouden kijken is het voor iedereen duidelijk dat een grote groep aan mantelzorgers met burn-out een kostenpost van miljarden met zich meebrengt. Het aanbieden van goede huishoudelijke hulp is daarom een goede investering in plaats van een kostenpost. Hoe kan het dat iedereen dat ziet behalve de mensen die de beslissingen hier over moeten nemen?